Frijmoedig example sentences
"Frijmoedig" Example Sentences
1. De frijmoedig hond rende de straat op.2. Zij sprak frijmoedig over haar verleden.
3. Een frijmoedig aanpak was nodig.
4. Hij gaf een frijmoedig antwoord.
5. Haar frijmoedig gedrag verbaasde iedereen.
6. Het was een frijmoedig gebaar van solidariteit.
7. Ze nam een frijmoedig besluit.
8. De frijmoedig kunstenaar exposeerde zijn werk.
9. Zijn frijmoedig opinie was niet populair.
10. Een frijmoedig experiment met nieuwe technieken.
11. De frijmoedig muzikant improviseerde een solo.
12. Haar frijmoedig lachen was aanstekelijk.
13. Met een frijmoedig gebaar wees hij de weg.
14. Het was een frijmoedig maar succesvol plan.
15. Zij deelde haar frijmoedig gedachten met ons.
16. De frijmoedig sprong in het diepe was indrukwekkend.
17. Hij stelde een frijmoedig vraag.
18. Haar frijmoedig aanpak werkte wonderen.
19. Een frijmoedig ontwerp voor een nieuw gebouw.
20. De frijmoedig klimmer bereikte de top.
21. Het was een frijmoedig voorstel.
22. Zij trad frijmoedig naar voren.
23. De frijmoedig journalist interviewde de president.
24. Een frijmoedig gedicht vol metaforen.
25. Hij handelde zeer frijmoedig.
26. Ze was frijmoedig in haar kritiek.
27. Frijmoedig kwam hij zijn mening uiten.
28. Een frijmoedig aanval op de vijand.
29. Het frijmoedig gebruik van kleuren.
30. Een frijmoedig en origineel idee.
31. Hij deed een frijmoedig bod.
32. Ze zong met een frijmoedig stem.
33. Het was een frijmoedig besluit met risico's.
34. De frijmoedig kleuren gaven de schilderij leven.
35. Zijn frijmoedig stijl was uniek.
36. Een frijmoedig experiment dat mislukte.
37. De frijmoedig acteur overtuigde het publiek.
38. Een frijmoedig aanpak was nodig om het probleem op te lossen.
39. Zij toonde frijmoedig haar emoties.
40. Een frijmoedig uitspraak die controverse veroorzaakte.
41. Hij beantwoordde de vraag frijmoedig.
42. Haar frijmoedig levenskunst was bewonderenswaardig.
43. De frijmoedig architect ontwierp een modern huis.
44. Met een frijmoedig schrede liep ze de kamer binnen.
45. Zij toonde een frijmoedig geest.
46. Het was een frijmoedig maar weloverwogen besluit.
47. De frijmoedig danseres betoverde het publiek.
48. Hij schreef een frijmoedig en openhartig verhaal.
49. Een frijmoedig voorstel om de samenwerking te verbeteren.
50. Zij gebruikte een frijmoedig toontje in de discussie.