Gebruikelijk example sentences

"Gebruikelijk" Example Sentences

1. Het is gebruikelijk om een afspraak te maken voordat je langskomt.
2. De gebruikelijke procedure is om eerst een formulier in te vullen.
3. Het is niet gebruikelijk dat de vergadering zo laat begint.
4. Hij volgde de gebruikelijke route naar huis.
5. De gebruikelijke prijs is €10, maar we hebben een aanbieding.
6. Is het gebruikelijk om een fooi te geven in dit restaurant?
7. Het was een gebruikelijke, saaie dinsdag.
8. Het is niet gebruikelijk voor hem om zo laat te komen.
9. Ze droeg haar gebruikelijke rode jurk.
10. Zijn reactie was allesbehalve gebruikelijk.
11. Dit gedrag is volkomen gebruikelijk voor hem.
12. De gebruikelijke bezorgtijd is twee dagen.
13. Het is hier gebruikelijk om schoenen uit te doen.
14. Dat is niet het gebruikelijke antwoord.
15. Is dit de gebruikelijke manier om dit te doen?
16. De gebruikelijke formaliteiten werden afgehandeld.
17. Het is minder gebruikelijk om met de trein te reizen.
18. Voor hem was dit geen gebruikelijke situatie.
19. Alles verliep volgens het gebruikelijke schema.
20. Het is gebruikelijk om te reserveren.
21. Dit is absoluut niet gebruikelijk gedrag.
22. We volgen de gebruikelijke procedures.
23. Het is gebruikelijk om een hand te schudden.
24. Dit is niet het gebruikelijke resultaat.
25. Het gebruikelijke protocol werd genegeerd.
26. Zij volgde de gebruikelijke weg naar huis.
27. Het was een gebruikelijke dag op kantoor.
28. Het is gebruikelijk om een brief te schrijven.
29. Een gebruikelijk misverstand.
30. De gebruikelijke kosten worden in rekening gebracht.
31. Het is gebruikelijk, maar niet verplicht.
32. Zo'n reactie is helemaal niet gebruikelijk.
33. Het is gebruikelijk om een cadeau mee te nemen.
34. De gebruikelijke wachttijd is ongeveer een week.
35. Het was minder gebruikelijk dan verwacht.
36. Het is hier gebruikelijk om fietsen te gebruiken.
37. Het is heel gebruikelijk in deze tijd van het jaar.
38. Hij deed wat gebruikelijk was voor hem.
39. Het is niet echt gebruikelijk voor haar.
40. De gebruikelijke manier van werken is veranderd.
41. Een dergelijke uitkomst is zeer gebruikelijk.
42. Het is gebruikelijk om een afspraak te maken via de telefoon.
43. De gebruikelijke procedures zijn duidelijk omschreven.
44. Hij gedroeg zich niet gebruikelijk.
45. Het was een gebruikelijke, drukke werkdag.
46. Het is gebruikelijk dat ze dat doet.
47. Het is helemaal niet gebruikelijk om zo te reageren.
48. Het was, zoals gebruikelijk, een succes.
49. De gebruikelijke manier om dit op te lossen is…
50. Is het gebruikelijk om tips te geven in Nederland?