Lippenstift example sentences
Related (9): cosmetica, make-up, lipstick, lipgloss, lippenbalsem, lippenkleur, lippenstifthouder, lippenstiftpotlood, lippenverzorging.
"Lippenstift" Example Sentences
1. Ze had een prachtige rode lippenstift op.2. Ze was bezig lippenstift aan te brengen.
3. Hij kon de geur van haar lippenstift ruiken.
4. De lippenstift was een van haar favoriete make-up items.
5. De lippenstift had een mooie glans.
6. De lippenstift had een mattere finish.
7. Ze gebruikte lippenstift in een donkere kleur.
8. Ze had een lippenstift die bij haar kleur ogen paste.
9. Ze deed een laag lippenstift op haar lippen.
10. De lippenstift was waterbestendig.
11. De lippenstift was geschikt voor elke gelegenheid.
12. Ze had een lippenstift met een subtiele kleur.
13. De lippenstift was gemaakt van hoogwaardige materialen.
14. Ze had een lippenstift die de hele dag bleef zitten.
15. De lippenstift had een zijdezachte textuur.
16. Ze had een lippenstift die niet aan haar lippen plakte.
17. Ze had een lippenstift die goed opdroogde.
18. Ze had een lippenstift die haar lippen verzorgde.
19. Ze had een lippenstift die haar lippen een mooie glans gaf.
20. Ze had een lippenstift die gemakkelijk aan te brengen was.
21. Ze had een lippenstift die de kleur van haar lippen versterkte.
22. Ze had een lippenstift die lang blijft zitten.
23. Ze had een lippenstift die haar lippen een natuurlijke uitstraling gaf.
24. Ze had een lippenstift die haar lippen een gladde afwerking gaf.
25. Ze had een lippenstift die haar lippen beschermde tegen schade.
26. Ze had een lippenstift die haar lippen een intense kleur gaf.
27. Ze had een lippenstift die haar lippen een zachte kleur gaf.
28. Ze had een lippenstift die haar lippen een aantrekkelijke glans gaf.
29. Ze had een lippenstift die haar lippen een verzorgde look gaf.
30. Ze had een lippenstift die haar lippen een mooie gloed gaf.
31. Ze had een lippenstift die haar lippen een perfecte kleur gaf.
32. Ze had een lippenstift die haar lippen een gezonde glans gaf.
33. Ze had een lippenstift die haar lippen een verzorgde uitstraling gaf.
34. Ze had een lippenstift die haar lippen een mooie, glanzende look gaf.
35. Ze had een lippenstift die haar lippen een soepele, natuurlijke look gaf.
36. Ze had een lippenstift die haar lippen een subtiele kleur gaf.
37. Ze had een lippenstift die haar lippen een gladde finish gaf.
38. Ze had een lippenstift die haar lippen een mooie, natuurlijke gloed gaf.
39. Ze had een lippenstift die haar lippen een vleugje kleur gaf.
40. Ze had een lippenstift die haar lippen een zachte, glanzende look gaf.
Common Phases
opmaken; aanbrengen; bijwerken; verwijderen.Recently Searched
› Wiretapped verb
› Nausea
› Pavlov
› Toggles
› Lamedor [lām]
› Reassessing verb
› Nowt pronoun NORTHERN ENGLAND
› Charladyorigin noun BRITISH ENGLISH
› Pfizer
› Titillant verb
› Antiphony noun
› Proem noun formal
› Piedpiper definition
› Poorness noun
› Tile noun
› Stridently adverb
› Bajon
› Sidekickdom noun informal
› Sympathetica [ˌsimpəˈTHedik]