Frijspraak example sentences
vrijspraak
zelfstandig naamwoord
- uitspraak van de rechter waarbij een verdachte niet veroordeeld wordt, vrijsprekend vonnis
"Frijspraak" Example Sentences
1. Het debat eindigde in een frijspraak van beschuldigingen.2. Zijn frijspraak was een meesterwerk van retoriek.
3. De rechter verleende hem frijspraak.
4. Met een beetje frijspraak konden ze hun meningsverschillen oplossen.
5. De frijspraak van de spreker was vol passie.
6. Na een lange periode van stilte, brak er een frijspraak los.
7. Zijn frijspraak was onthullend en schokkend.
8. De politie onderdrukte de frijspraak van de demonstranten.
9. De frijspraak in het parlement was hevig.
10. Er was geen ruimte voor frijspraak onder het regime.
11. De vergadering werd gekenmerkt door frijspraak en debat.
12. Zij genoten van de frijspraak en openheid.
13. Hij pleitte voor meer frijspraak in de samenleving.
14. De frijspraak van de media is essentieel in een democratie.
15. Zij werden gestraft voor hun frijspraak.
16. De frijspraak in dit land is beperkt.
17. Met de frijspraak die zij gebruikten, beledigden ze de andere partij.
18. De frijspraak van de pers moet beschermd worden.
19. Zijn frijspraak zorgde voor veel ophef.
20. We hebben een recht op frijspraak.
21. De frijspraak werd onderbroken door geroep.
22. Hij misbruikte zijn frijspraak om anderen te beledigen.
23. De frijspraak van de studenten werd door de universiteit gecensureerd.
24. Door zijn frijspraak verloor hij zijn baan.
25. De frijspraak tijdens de bijeenkomst was ongepast.
26. De grenzen van frijspraak zijn vaak onduidelijk.
27. Het artikel verdedigde de frijspraak van kunstenaars.
28. Zij geloofde in de kracht van frijspraak.
29. De frijspraak op internet is een complex onderwerp.
30. Hij gebruikte zijn frijspraak om zijn onschuld te bewijzen.
31. Sommige vormen van frijspraak zijn strafbaar.
32. De frijspraak leidde tot een verhitte discussie.
33. Zij vochten voor hun recht op frijspraak.
34. De frijspraak was een belangrijk thema in het debat.
35. Zijn frijspraak was een inspiratie voor velen.
36. De frijspraak werd gebruikt om propaganda te verspreiden.
37. De demonstratie eindigde in een frijspraak van protesten.
38. De frijspraak van de president werd breed uitgemeten in de media.
39. De beperking van frijspraak is een teken van onderdrukking.
40. Het boek beschreef de strijd voor frijspraak.
41. Zijn frijspraak was zowel geestig als scherp.
42. De frijspraak was een belangrijke factor in de revolutie.
43. De jury moest beslissen of zijn frijspraak waarheidsgetrouw was.
44. Zij omarmde de frijspraak en de open dialoog.
45. De frijspraak van de kunstenaar weerspiegelde zijn visie op de wereld.
46. De regering probeerde de frijspraak te controleren.
47. Met frijspraak en overtuiging won hij het debat.
48. De frijspraak in dit land is sterk beschermd.
49. Hij pleitte voor verantwoordelijke frijspraak.
50. De frijspraak van de getuige was cruciaal voor het onderzoek.
Recently Searched
› Fibromyalgias [ˌfībrōmīˈalj(ē)ə]
› Chopstick noun (chopsticks)
› Syracuse
› Cattish adjective
› Sprinkling verb
› Budo noun
› Demoralize verb
› Proprietors noun
› Keyfile
› Sideboard noun
› Renewals noun
› Equalizers noun
› Cognitional noun
› Inceptional noun
› Ravenous adjective
› Orbita
› Unproductive adjective
› Peg