Konden example sentences

"Konden" Example Sentences

1. Ik kon niet naar de bioscoop gaan vanwege de regen.
2. Konden we maar altijd op vakantie zijn!
3. Hij kon niet geloven dat ze was weggegaan.
4. Konden we maar terug in de tijd reizen!
5. Ik kon hem niet bereiken op zijn mobiele telefoon.
6. Wij konden elkaar niet goed verstaan door het lawaai.
7. Konden we maar onzichtbaar worden als we dat willen!
8. Hij kon niets anders doen dan afwachten.
9. Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik het cadeau zag.
10. Konden we maar meer tijd hebben om te relaxen.
11. Ze zei dat ze niet kon komen vanwege ziekte.
12. Ik kon mijn geduld niet langer bewaren en begon te schreeuwen.
13. Konden we maar vliegen als de vogels in de lucht!
14. Hij zei dat hij kon koken, maar het was niet zo lekker.
15. Ik kon niet stoppen met lachen toen ik de grap hoorde.
16. Konden we maar een teleportatie machine hebben om snel te reizen!
17. Ze kon niet werken omdat haar computer kapot was.
18. Ik kon mijn emoties niet in bedwang houden en begon te huilen.
19. Konden we maar altijd mooi weer hebben!
20. Hij vroeg of ze kon helpen met de moeilijke opdracht.
21. Ik kon niet slapen omdat het te warm was in de kamer.
22. Konden we maar met de dieren praten zoals in de films!
23. Ze zei dat ze niet kon wachten om hem weer te zien.
24. Ik kon de weg niet vinden naar het juiste adres.
25. Konden we maar een toverstok hebben om onze problemen op te lossen!
26. Hij kon geen beslissing nemen over welk restaurant te kiezen.
27. Ik kon niet met hem samenwerken vanwege zijn slechte houding.
28. Konden we maar altijd genoeg geld hebben om onze dromen waar te maken!
29. Ze kon haar huis niet vinden in het donker zonder een kaart.
30. Ik kon niet wachten om mijn vrienden weer te zien na een lange tijd.

Common Phases

1. Ich hätte gestern kochen können;
2. Wir könnten später ins Kino gehen;
3. Sie könnte nächstes Jahr studieren;
4. Du könntest dein Zimmer aufräumen;
5. Er hätte mehr üben können;
6. Sie könnten uns die Antwort geben;
7. Wir könnten nächste Woche verreisen;
8. Ich hätte schneller laufen können;
9. Du könntest zu meinem Geburtstag kommen;
10. Wir könnten eine Pause machen.

Recently Searched

  › Konden [kənˈdem]
  › Brownshirtso
  › Cheshire
  › Wraak
  › Saintlymodif
  › Dustman
  › Flaire
  › Eyewash [ˈīˌwôSH, ˈīˌwäSH]
  › Headlight
  › Deja [ˌdāZHä ˈvo͞o]
  › Nonagons
  › Duelling [ˈd(y)o͞oəl]
  › Eastbourne
  › Sitused
  › Myometrium
  › Hallucinationsfor [həˌlo͞osəˈnāSH(ə)n]
  › Boorie
  › Postulatory
  › Tappings

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z