Uit example sentences
- Home
- "Uit" example sentences
Related (16): - quit, circuit, pursuit, biscuit, suit, recruit, bruise, choose, fuse, guitar, fruit, suitcase, suited, disputed, computed, acuited
"Uit" Example Sentences
1. Ik ga vanavond uit eten met mijn vrienden.
2. Ga je uit of blijf je thuis?
3. Hij is uit de kamer gegaan zonder iets te zeggen.
4. We zijn uit onze comfortzone gestapt om deze uitdaging aan te gaan.
5. De kaars is uitgegaan omdat er geen zuurstof meer was.
6. Ik ben uitgeput na een lange dag werken.
7. Het licht gaat automatisch uit als er niemand meer is.
8. Mijn telefoon is uitgevallen, ik moet hem even opladen.
9. De zon gaat onder en de maan gaat op.
10. Zij is uit de kast gekomen als homo.
11. Hij is uit het raam gesprongen om te ontsnappen.
12. De stad is uitgegroeid tot een metropool.
13. Het boek is uit, ik moet een nieuw boek vinden om te lezen.
14. Het vuur is uit door de regen.
15. Het gerecht is geserveerd, smakelijk eten!
16. Ze is uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.
17. De auto is uit de bocht gevlogen en tegen een boom gecrasht.
18. Hij is uit het oog verloren sinds hij is verhuisd.
19. Het concert is uitverkocht, er zijn geen kaartjes meer beschikbaar.
20. Weet jij hoe je uit dit doolhof moet komen?
21. Het verhaal is uit de duim gezogen, het is niet gebaseerd op ware gebeurtenissen.
22. Ze heeft uitgelegd waarom ze te laat was op het werk.
23. De barcode op het product is uitgelezen met de scanner.
24. Ik daag je uit voor een potje tennis.
25. Voordat het feestje begint, moet de kamer eerst worden opgeruimd.
26. We hebben het probleem uitvoerig besproken in de vergadering.
27. De arts heeft de patiënt uitgelegd wat de behandeling inhoudt.
28. Het liedje is zo catchy, ik krijg het niet uit mijn hoofd.
29. Ze heeft de hele avond non-stop gepraat, ik werd er gek van.
30. De politie heeft de verdachte uitgeleverd aan het land waar hij gezocht werd.
Common Phases
1. Ik ben
uit mijn bed gestapt;
2. Hij is
uitgeput na het sporten;
3. We zijn
uit eten geweest;
4. De vogel is
uit zijn nest gevlogen;
5. Mijn paspoort is
uit mijn tas gevallen;
6. Zij is
uit de kast gekomen;
7. De zon is
uit de wolken gekomen;
8. Ik ben
uitgelachen door mijn vrienden;
9. De batterijen zijn
uit mijn afstandsbediening gehaald;
10. Ik ben
uit mijn comfortzone gestapt.
Recently Searched