"Verduren" Example Sentences
1. Ik kan niet lang verduren in de zon.
2. Helaas, ik kan die kou niet meer verduren.
3. Hoelang kan je die pijn verduren?
4. De oude brug heeft het lang verduren gehad.
5. Het is niet goed voor je om veel stress te verduren te hebben.
6. Mijn geduld heeft zijn grenzen, ik kan dit niet langer verduren.
7. De boerderij heeft flink verduren gehad tijdens de hevige storm.
8. De arme mensen daar moeten elke dag honger verduren.
9. De tandarts behandeling was zo pijnlijk, ik kon het nauwelijks verduren.
10. Als je avondwandelingen in het bos maakt, zul je de insectenbeten moeten verduren.
11. Het duurde een lange tijd voordat de economie zich herstelde na de crisis.
12. Het is moeilijk om de afstand tussen ons te verduren sinds we uit elkaar zijn gegaan.
13. De leraar van mijn kinderen kan zijn ongepaste opmerkingen niet langer verduren.
14. De archeoloog heeft gelukkig de eeuwenlange verduren van de oude tempel gevonden.
15. Het is moeilijk om te verduren dat mensen je ideeën bekritiseren en belachelijk maken.
16. De uitzichtloze situatie laat hen weinig hoop verduren.
17. Onze vriendschap verblijft sterk, ondanks alle veranderingen en verduren.
18. Het herstelproces na de operatie vraagt geduld en veel pijn verduren.
19. De oude schilderijen hebben door de jaren heen verduren gehad van zonlicht en luchtvochtigheid.
20. De dierenasielmedewerker ziet de honden zichtbaar verduren in de kleine kooien.
21. Ik weet niet hoe lang ik de stomme grapjes van mijn collega kan verduren.
22. Het duurde enkele uren voordat het medicijn zijn uitwerking had.
23. De zware fietsroute vraagt veel kracht en uithoudingsvermogen om te verduren.
24. Na zijn ongeluk moet hij de rest van zijn leven de gevolgen verduren.
25. De muziekkanalen kunnen af entoe wel wat reclame verduren.
26. Het is moeilijk om de verstikking te verduren in een kleine ruimte met meerdere mensen.
27. Na zijn faillissement moet hij de gevolgen en schaamte verduren.
28. De herfstweer vraagt veel geduld om de regen en wind te verduren.
29. Het is onmogelijk om het onrecht dat sommige mensen verduren te accepteren.
30. Het was een test om 24 uur op een kleine boot te verduren, zonder eten of drinken.
Common Phases
1. Mijn plant heeft tijdens de wintermaanden veel geleden en is ernstig verduurd;
2. Ik kan niet langer de pijn
verduren die hij me steeds aandoet;
3. De straatstenen hebben veel te
verduren gehad door alle intensieve bouwwerkzaamheden;
4. De droogte van de afgelopen zomer heeft ervoor gezorgd dat veel gewassen verduurd zijn;
5. Na urenlang wandelen deed mijn lichaam pijn en
verduren mijn voeten het nauwelijks meer.