Geen example sentences

"Geen" Example Sentences

1. Er is geen water in de fles.
2. Ik heb geen idee wat ik moet doen.
3. Zij heeft geen tijd om te komen.
4. Die film was geen succes in de bioscoop.
5. De taart heeft geen suiker nodig.
6. Hij heeft geen broers of zussen.
7. Er is geen parkeerplek beschikbaar.
8. De lucht is vandaag niet zo helder, geen ideale dag om foto's te maken.
9. Zij heeft geen interesse in sport.
10. De kat heeft geen honger, want het voedsel is nog niet op.
11. Ik denk dat hij geen echte vrienden heeft.
12. Deze tafel heeft geen mogelijke lades in het ontwerp.
13. Je hebt geen toestemming om daar te gaan.
14. De muziek is zo zacht dat je bijna geen verschil hoort.
15. Ik wil geen excuses, ik wil resultaten.
16. Er is geen reden om zo gestrest te zijn.
17. De kok heeft geen zout aan het gerecht toegevoegd.
18. Zij heeft geen ervaring in deze sector.
19. Dit restaurant heeft geen vegetarische opties.
20. Er was geen enkele auto op de weg op dat moment.
21. Hij draagt ​​geen bril tijdens het sporten.
22. Ze hebben geen vertrouwen in zijn capaciteiten.
23. Ik heb geen idee waar ik hem ken.
24. Helaas hebben we geen tickets meer beschikbaar voor die show.
25. Het is geen goed idee om vandaag te gaan shoppen.
26. Je hebt geen ervaring nodig om mee te doen.
27. Het is geen verrassing dat hij niet kwam opdagen.
28. Zij wil geen contact meer met hem.
29. Er is geen twijfel over mogelijk dat hij de juiste persoon is.
30. De plant heeft geen water nodig, want het heeft net geregend.

Common Phases

1. Geen zorgen;
2. Geen probleem;
3. Geen haast;
4. Geen idee;
5. Geen twijfel;
6. Geen paniek;
7. Geen dank;
8. Geen commentaar;
9. Geen interesse;
10. Geen reden.