Glazen example sentences

Related (21): glazenwasser, glazenhuis, glas, glazenmaker, glazenblazer, glazenplaat, glazenwerk, glazenmakerij, glazenwassersbedrijf, glazenwassers, glazenwasserij, glazenmakerijen, glazenloods, glazenhuizen, glazenwerkzaamheden, glazenwasserswerk, glazenmakers, glazenplaten, glazenverzameling, glazenblazen, glazenmakerijen.

"Glazen" Example Sentences

1. De glazen deur zwaaide open.
2. De glazen stolp stond op de tafel.
3. De glazen kast was vol met boeken.
4. De glazen bakken glinsterden in het licht.
5. De glazen schaal was gevuld met gedroogde vruchten.
6. Er stonden glazen kannen op de planken.
7. De glazen vaas stond op de schoorsteenmantel.
8. De glazen tafel was bezaaid met papieren.
9. De glazen fles stond in de hoek.
10. De glazen potten bevatten verschillende soorten kruiden.
11. De glazen kast was gevuld met porseleinen beeldjes.
12. De glazen schaal bevatte een assortiment aan zoetigheden.
13. De glazen vaas stond op de lage tafel.
14. Er stonden glazen borden op de kast.
15. De glazen karaf stond op de salontafel.
16. De glazen fles was gevuld met rode wijn.
17. De glazen fles stond op de schoorsteenmantel.
18. De glazen karaf was gevuld met koud water.
19. De glazen schaal was gevuld met verse groenten.
20. Er stonden glazen vazen op de vensterbank.
21. De glazen kruik stond op de kast.
22. De glazen kom stond op de tafel.
23. Er stonden glazen kannen op het aanrecht.
24. De glazen schaal bevatte een selectie aan kaas.
25. De glazen fles stond op het aanrecht.
26. De glazen vaas bevatte een boeket bloemen.
27. De glazen kom was gevuld met noten.
28. Er stonden glazen potten op de planken.
29. De glazen karaf was gevuld met rode wijn.
30. De glazen stolp was gevuld met kristallen.
31. De glazen kast was gevuld met antieke borden.
32. De glazen vaas stond op de tafel.
33. Er stonden glazen bakken op de vensterbank.
34. De glazen schaal bevatte een selectie aan vruchten.
35. De glazen fles was gevuld met olijfolie.
36. De glazen kom bevatte een assortiment aan bonbons.
37. De glazen karaf stond op het dressoir.
38. De glazen vaas bevatte een boeket bloemen.
39. De glazen kast was gevuld met kristallen glazen.
40. De glazen fles stond op de plank.

Common Phases

glazen karaf; glazen pot; glazen bokaal; glazen schaal; glazen theepot; glazen fles; glazen vaas; glazen asbak; glazen dienblad; glazen bord.

Recently Searched

  › Glazen
  › Sjarillo
  › Adverbial
  › Leftists
  › Verglasfrench [verˈɡlä]
  › Caliceal
  › Reprehend
  › Corridors
  › Yapok
  › Ozoner
  › Vouchers
  › Unblurred
  › Giant
  › Nativité
  › Ga
  › Contato
  › Nakakaiyak
  › Sangat
  › Yage
  › Bibliotheek
  › Squeaky

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z